De eerste stads-elektriciteitscentrale van Gent
De bouw van de Gentse stedelijke elektrische centrale aan de Ham werd aangevat in 1924. Twee jaar later leverden twee turbo-alternatoren, alle twee met kolen als brandstof, de eerste elektriciteit.
De grote turbinezaal met art deco-invloed bleef bewaard, inclusief alle turbines en toebehoren, een rolbrug, de regel- en seinapparatuur, het uurwerk en de bedieningspanelen van de vroegere ketels.
De turbinezaal werd beschermd bij besluit van 18 november 1999.
Aan de oude centrale werd indertijd ook een stadsverwarmingsnet toegevoegd, waarbij de afgewerkte stoom gebruikt werd om sociale woningen en gebouwen in de buurt te verwarmen.
Vanaf 1967 werd de centrale uitgebreid met een nieuw complex waarin reusachtige dieselmotoren geplaatst werden.
In 1993 werden de oude eenheden vervangen door een STEG-eenheid. Deze STEG-eenheid recupereert de rest aan stoom via een ondergronds warmwaterleiding-systeem, dat gebruikt wordt voor de verwarming van enkele ziekenhuizen, woonwijken en andere gebouwencomplexen in de Gentse binnenstad.
In 2006 ten slotte werden aanvullend twee extra piekeenheden op aardgas toegevoegd.