• 756
  • 757
  • 758

Vanaf de eeuwwisseling tussen de 18de en 19de eeuw was de industriële maatschappij in volle ontwikkeling op het continent in België.

Dit veroorzaakte niet alleen een enorme wijziging maar ook vooral een grote groei in de goederen- en personenstromen die de bestaande middelen oversteeg. In de loop van de 19 de eeuw komt een volledig nieuw transportsysteem tot stand : de “Spoorwegen “.

Rond 1875, wanneer het Belgische Spoorwegennet reeds een lengte van 3411 km bereikt had , werd bovendien de noodzaak gevoeld om dit net te verfijnen met  een nieuw netwerk  : de “Spoorwegen van lokaal belang” of de zgn “Buurtspoorwegen”

Inderdaad : de grote treinlijnen konden niet tot alle gebieden doordringen : hoge aanlegkosten, aanzienlijke vereisten qua uitbating en technische vereisten bij de aanleg ( o.m. de grote spoorbreedte die scherpe bochten bemoeilijkte) , beperkte doorgangsmogelijkheid in smallere straten en moeilijke gebieden, e.a. hielden vele steden intern en tov hun hinterland en bovendien talrijke landelijke gemeenten van een spoorlijn verstoken.

Als voertuig werd een “tram” ontwikkeld als compactere en vooral smallere broer van de trein.

Het aldus in België ontworpen systeem van Buurtspoorwegen alsmede de principes die er aan de grondslag van lagen, werd in zijn tijd als bijzonder revolutionair beschouwd, en zou door tal van Belgische firma’s in allerhande vormen - aangepast aan plaatselijke geplogenheden en noden- over praktisch de hele wereld verspreid worden.