• 468
  • 469
  • 470

De bouw van de Gentse stedelijke elektrische centrale aan de Ham werd aangevat in 1924. Twee jaar later leverden twee turbo-alternatoren van 10MW en één van 15MW, alle drie met kolen als brandstof, de eerste elektriciteit. Het aanvankelijke vermogen van 35MW wordt stapsgewijze opgevoerd tot 122 MW in de jaren '50. Vanaf 1958 wordt van hieruit ook stadsverwarming voorzien.
De grote turbinezaal met art deco-invloed bleef bewaard inclusief alle turbines en toebehoren, een geklonken rolbrug, de regel- en seinapparatuur, uurwerk, en de bedieningspanelen "Siemens-Halske" voor de vroegere (nu gesloopte) ketels.
De turbinezaal werd beschermd bij besluit van 18 november 1999.
In deze bescherming werden de 4 nog bestaande turbo-alternatoren inbegrepen, telken met stoomturbine ‘Van den Kerchove’ (Gent) en alternator ACEC (Charleroi) :

  • turbo-alternator nr.1, 12500 KVA: stator 12600 V, 573 A; rotor 220V, 158 A; 3000 t/m, 50 Hz
  • turbo-alternator nr.2, 13000 KVA: stator 13000 V, 596 A; rotor 220V, 158 A; 3000 t/m, 50 Hz
  • turbo-alternator nr.3, 21500 KVA: stator 12600 V, 980 A; rotor 220V, 250 A; 3000 t/m, 50 Hz
  • turbo-alternator nr.4: stator 21500 V, 573 A; rotor 230V, 215 A; 3000 t/m, 50 Hz