• 134
  • 135
  • 136

Het complex ligt aan de Dode IJzer, die de grens vormt tussen Beveren a/d IJzer en Roesbrugge. Eerst was er een linnenblekerij gevestigd, die tijdens de Franse Revolutie werd verwoest. Omstreeks 1850 kwam er de zoutziederij Viaene: de zoutkelders zijn nog intact.
In 1883 werd het hele complex door Pieter Feys, landbouwer en burgemeester van Steenkerke, omgevormd tot brouwerij . Wat later, in 1898, kwam daar de mouterij bij met zijn dominante mouteesten.

Tijdens de oorlogsjaren 1914-1918 groeide de brouwerij uit tot één van de grootste van het land. Door de ligging in onbezet gebied werd het koper van de brouwerij niet opgeëist door de Duitse bezetter en kon men verder blijven brouwen. Het bekendste bier was de Forte Brune in beugelflessen van 75 cl.
Na de oorlog draaiden zowel de brouwerij als de mouterij  op volle toeren. Er werd zelfs mout geleverd aan andere brouwerijen, zoals aan  Lamot in Mechelen en de brouwerij van Jupille. Brouwer Cyriel Feys was, zoals het hoorde, van 1904 tot 1920 en van 1933 tot 1941 burgemeester van Beveren.

In de jaren ’50 werd het steeds moeilijker om de brouwerij nog rendabel te houden. De opkomst van de pilsbieren was daar niet vreemd aan. In 1965 werd dan uiteindelijk de laatste Forte Brune gebrouwen. De mouterij bleef nog tot 1969 actief, toen men ook stopte met het afvullen van de bieren van Lamot, waarvan brouwerij verdeler was. Nadien werd er nog een bierhandel in onder gebracht, maar die activiteit werd stopgezet begin jaren ’90.