• 113
  • 114
  • 115

Het succesbier voor de Eerste Wereldoorlog was ‘la Blonde des Flandres’ – dat o.m. naar Brussel uitgevoerd werd en daar erg in de smaak viel.

De oproep van de Belgische Overheid , om tijdens de Eerste Wereldoorlog economisch verzet te plegen tegen de Duitse bezetter, werd door Paul Verhaeghe opgevolgd. De Duitse bezetter ontmantelde daarop de brouwinstallaties, die nadien opnieuw werd opgebouwd.

De Brusselse markt was ondertussen verloren gegaan en pogingen om deze opnieuw aan te boren mislukten. Na de oorlog werd la Blonde des Flandres opnieuw gebrouwen met de nieuwe installaties. Het vooroorlogse commerciële succes werd echter niet meer geëvenaard.

Tijdens de tweede wereldoorlog moesten de activiteiten tot een minimum herleid. Intussen had het lagerbier (pils) ook de traditionele bieren verdrongen, terwijl grote biermerken de kleintjes van de markt duwden. De Brouwerij Verhaeghe die reeds langer bier van lage gisting brouwde, bleef regionaal, maar besteedde vooral aandacht aan de kwaliteit van bestaande bieren ezn nieuwe bieren. Vooral sedert 1985 legt de brouwerij zich toe op speciale bieren, met o.m. ‘Cambrinus’ en het populaire ‘Duchesse de Bourgogne’. Ook traditionele bieren zoals ‘Vichtenaar’ en ‘Echte Kriek’ kenden een renouveau.

In de periode 1961-1965 geraakte de 19de-eeuwse brouwerij in onbruik. Nieuwe brouwerijgebouwen werden opgetrokken aan de westzijde van de historische site. De historische gebouwen worden wel nog ingeschakeld in het brouwproces, voor de rijping van de Vlaamse rood-bruine bieren en als opslag en behandeling van proceswater. Op dit ogenblik worden ze gerestaureerd om later hét pronkstuk van de site te worden.